Wat is Kinderpodotherapie?

Kinderen rennen, klimmen, klauteren, spelen en sporten. Ze zijn veel in beweging en vol in ontwikkeling. De stand van de voeten en benen van een kind veranderd voortdurend. Soms geeft een kind zelf aan dat iets pijn doet. Het kan ook zijn dat uw kind een afwijkend looppatroon vertoond. Een kind heeft dan niet zozeer pijn, maar struikelt bijvoorbeeld vaak, gaat anders lopen of wil zelfs niet meer lopen. Het is daarom verstandig om kinderen met voetklachten of motorische problemen (ook op jonge leeftijd) te laten controleren door een podotherapeut. Die problemen kunnen zich uiten in bijvoorbeeld een opvallend looppatroon, het scheef afslijten van schoenen, een opmerkelijke houding of een sterk afwijkende voetstand. Het negeren van eventuele problemen kan, ook op latere leeftijd, in andere delen van het lichaam (zoals benen, heupen of rug) klachten gaan veroorzaken. Kinderen zijn geen volwassenen; ze zijn nog in de groei en volop in ontwikkeling. Dat vraagt een andere aanpak van de podotherapeut en een ander behandeltraject.

Ontwikkeling

Een kindervoet maakt een zeer snelle ontwikkeling door. In de periode leeftijdsperiode tot en met het vijfde levensjaar vind er een geleidelijke verandering in de stand van de voeten en benen plaats. In eerste instantie staan de voeten uit elkaar met de benen in een O-stand. In het tweede levensjaar ontstaat er soms een x-stand van de benen. Deze corrigeert zich meestal vanzelf vanaf het vijfde levensjaar. Rond zes jarige leeftijd moet de x-stand zichtbaar aan het verdwijnen zijn. Gebeurt dit niet, is het raadzaam om naar een podotherapeut te gaan.

Met welke klachten gaat u met uw kind naar een podotherapeut?

• Overmatig struikelen
• Niet lang kunnen lopen
• Hielklachten
• Knie-, heup- en rugklachten
• Pijn tijdens het spelen/sporten
• Vermoeidheid in voeten en/of benen
• Naar binnen of buiten gekantelde enkels
• Naar binnen of buiten gedraaide voeten
• Snel afslijten van schoenen

Veelal is een afwijkende stand een gevolg van de ontwikkeling van uw kind in de fase van leren lopen en het behouden van evenwicht. Vaak door de kindervoet iets te stimuleren of activeren zorgt het voor meer balans en stabiliteit, waardoor het natuurlijke beloop niet verstoort. Om een kindervoet te behandelen wordt er veelal gebruik gemaakt van een zooltherapie. Bij de zooltherapie wordt een kind elke zes maanden gecontroleerd, waarbij de zool vaak opnieuw wordt aangepast. Dit gebeurt om de voetgroei zo goed en gecontroleerd te laten verlopen. Dit om de spieren in de voeten en benen zo goed als mogelijk te blijven stimuleren en functioneren. Een kindervoet kan namelijk niet in een keer gecorrigeerd worden.